- against
- prep. tegen; tegenover; aanleunend tegenagainst[ əgenst, əgeenst]1 〈plaats of richting; ook figuurlijk〉tegen ⇒ tegen … aan/in, in strijd met2 〈vergelijking〉tegenover ⇒ in tegenstelling met3 met het oog op ⇒ voor4 〈geldwezen〉voor ⇒ tegen 〈in het bijzonder van wisselkoersen〉♦voorbeelden:1 a race against the clock • een wedloop tegen de klokagainst the current • tegen de stroom inevidence against John • bewijs(materiaal) tegen Johnthe odds are against John • de kansen zijn in Johns nadeelvaccination against the measles • inenting tegen de mazelenhouses against a blue sky • huizen die afsteken tegen een blauwe hemelfall against the table • tegen de tafel aan vallen〈elliptisch gebruikt〉 votes for and against • stemmen vóór en tegen2 as against • tegenover3 save against old age • sparen voor de oude dag¶ 41 franks against one dollar • een wisselkoers van 41 frank voor een dollar
English-Dutch dictionary. 2013.